Column Dirk Van Herreweghe: ‘Over Kerst enzo..’
Beste lezer,
Bij deze jaarovergang passen wensen voor een voorspoedig, gezond en succesvol ‘nieuw’-jaar 2023. Vanaf vorige week 25 december tot ongeveer 6 januari staat deze periode (voorlopig althans nog) in het teken van de steeds meer onder druk komende kerkelijke leer en symboliek. Maar dat is in de loop der mensheid niet altijd zo geweest!
Onze verre voorvaderen die hier in deze streken nederzettingen hadden gerealiseerd, en daarmee doel ik op Kelten en later Germanen, met tussendoor enkele stammen die we ons nog herinneren uit de geschiedenisboekjes van het basisonderwijs. Volle scherpe aandacht voor Ambiorix (niet die van de schoenen maar de aanvoerder van de Eburonen), de Aduatuci en o.a. de Nerviërs. Die periode van net vóór de geboorte van ‘Ons Heer’ moet nog andere fanaten aangetrokken hebben want strips als ‘De Avonturen van Asterix’ met Obelix, Panoramix en Luxaflix zagen het levenslicht, waarbij laatst genoemde het hemellicht bewaakte en de bode was toen vast stond wanneer de ‘zonnewende’ (1 keer in de zomer en 1 keer in de winter) zou plaatsvinden. (Zeg maar: een Frank Deboosere avant-la-lettre).
Die ‘heidense’ stammen hebben het Julleke Caesar niet bepaald gemakkelijk gemaakt bij zijn expansiedrang om de hele ‘Oude Wereld’ tot en met Brittannië te onderwerpen. (Cfr Caesar schreef in zijn boek ‘De Bello Gallico’ (vert.: De Gallische oorlogen) dat ‘De Belgae’ de dappersten aller Galliërs waren)
Die Kelten en Germanen vereerden de natuurelementen. Ze wisten wanneer de dagen kortten en lengden. En ze hadden daar ook namen voor die ze gedisciplineerd precies en nauwkeurig ‘vierden of eerden’. Eeuwenlang vierden die (zogezegde heidense) volksstammen rond deze tijd het verschijnsel dat de dagen opnieuw wat langer werden, dat het langer licht werd. Ze noemden het de Winterzonnewende (en dat was een zeer precieze omschrijving zonder enige poespas). In die Winterzonnewendeperiode vierde men het Joelfeest en we kunnen er rustig van uitgaan dat er inderdaad uitgebreid ge-Joel-d werd! En alzo bleef het eeuwen in de verering en in gebruik.
Edoch, een zwerverskoppel waarvan de rol van de man nogal van dubieuze komaf is, moest een ‘halve fond-vlucht’ ondernemen om te kunnen ontsnappen aan de -toen al- oververhit geraakte paparazzi. En… We weten het allemaal: God straft onmiddellijk. Onze backpackers met de ezel op kop (meer details over wie of wat werden niet gevonden) moesten hun toevlucht zoeken in een stalleken waar nog een os en enkele schapen de rol van convectoren op zich namen om die kleine dreumes niet te laten bevriezen. (Frank Deboosere vertelt dat het in die regio sinds meer dan tweeduizend jaar gevroren noch gesneeuwd heeft) Maar kom: de dramatiek heeft ook zijn rechten nietwaar. Waarom in een stalleken? Wel omdat de lokale bevolking Joel vierde in de plaatselijke Horeca. Brassers en tafelspringers zijn blijkbaar van alle tijden en BOB was nog niet geboren! Maar… daar zaten ze dan. Ne pasgeborene in doeken gewikkeld (die hadden ze nog net in herberg ‘De Barmhartige Samaritaan’ uit compassie gekregen samen met een fles jenever, een ‘kroesken’ en een ‘aftrekker’ om dat flesje speltwater zonder smaak open te wringen.
Maar ze waren content met wat ze hadden. En die pasgeborene moet over méér dan een uitzonderlijk goed geheugen beschikt hebben, want als hij ‘groot en sterk’ was zou hij een gestrande Samaritaan een wederdienst bewijzen voor de gekregen doeken die zijn ‘ouders’ (met een beetje goede wil kunnen we ze wel die titulatuur geven) in bruikleen gekregen hadden toen hij ging geboren worden in dat stalleken. Veel later -wat een memorie!- zou hij een Samaritaan ook bijstaan en uit de nood helpen.
Intussen hadden enkele andere dieren samen met een handvol ‘herderkes’ (die lagen -als toeristische attractie- ’s nachts in het veld) een sterreken gevolgd: een duif, een koekoek en een koe die vooral geïnteresseerd was in de os. (Er was toch geen enkel risico meer om drachtig te worden!) Direct een rendementsverhoging van wel 50% aan convectoren! Zo kreeg het Stalleken van Bethlehem op slag een staatsattest als passief stalleken want energieneutraal. Tja die simpele duif brengen we niet in rekening want die diende enkel maar om aan het plafond geplakt te worden. Van een duif die licht geeft is er nooit enig wetenschappelijk bewijs geleverd! (Bron: Dirk Draulans) Dus een koppel en nog een paar paardenkoppen en daarmee was ‘Ons Heer’ geprezen. Onder dus welgeteld één enkel ge-ster-nte(ke) werd dat manneken (?) op de wereld gezet die het allemaal later veel beter zou weten dan het zootje ongeregeld van ruziënde, brassende krabbers en goddeloze primitieven. Een soort van beter-dan-wie-ook ‘allesweterken’ (versie 1.0) dus. Als hij groter en sterker was schopte hij Joel (samen met de daaraan gekoppelde Bachanalen) buiten en de vroegere Joel maakte plaats voor ‘Je-zus’! Je merkt het onmiddellijk en duidelijk: een bekwame dienst gynaecologie was toen nog niet uitgevonden! Vandaar die halfslachtige naam: Je-zus.
Maar… noblesse oblige! Het moet gezegd (ook al hebben sommigen er geen oren naar). Zijn profetieën en theorieën hebben het toch maar meer dan 2000 jaar uitgezongen. Al denken sommigen dat Tsjaikovski’s ‘Zwanenmeer’ inclusief de Zwanenzang sinds een decennium of twee definitief zou kunnen ingezet zijn.
Allee, om maar te zeggen dat die Jood (Let op! ‘Joel’ en ‘Jood’ beginnen beide met een ‘J’!) ook het verstand niet in pacht had! Alleszins was zijn pachtcontract niet van ‘onbepaalde duur’ en al zeker niet ‘voor eeuwig en drie dagen’.
Want deze streken en gebieden kregen sindsdien een rist ongenode ‘gasten’ van diverse pluimage over de vloer. De een al met wat meer geüniformeerd dan de andere en met wisselende resultaten. Eén constante bleef. Eeuwig is er niet één gebleven. Vaak ontstonden protestbewegingen zoals recent al dat gedoe met die kerststallekes, kerstbomen, kerstmarkten en de hele santenboetiek die men per se in een nieuw pakje wilde steken (Tenminste als je een samengebonden draperie al een ‘pak’ kan noemen!) Maar “ieder zijn smaak” zei boer Jan en hij lepelde de kom met pap van zijne kleinen uit.
Nadien zijn er nog enkele zeer verlichte geesten geweest. ‘Verlicht’ in de zin van opponent van ‘zwaar’ (dus van lichter geworden en dus m.a.w. ‘geen groot licht’ Een verduisterde verlichte dus in feite!)! Ze zijn toch wel van alle tijden hé meneer!
De meest recente is de (ex) K.G.B.-er Wlady Poetsthim. Dromen kan iedereen, maar als je op één jaar Oekraïne niet klein krijgt als zogenaamde ‘wereldmacht’ zou het wel eens kunnen dat hij eerder zijn eigen schup zal moeten afkuisen om ze vervolgens op te poetsen, precies zoals zijn naam laat vermoeden! Eerder zo een scenario dan een ander. De onnozele zotte kwiet! (A ‘t is toch waar hé Marieken? – Natuurlijk Juul, das zeker dadde! – Allee Marieken: Laat ons nog ne keer drinken… (aan de toog gehoord!) (nvdr)
Ik weet het niet hoor. Maar die protestbewegingen zouden wel eens van korte duur kunnen zijn want -wat men in de politiek hogere regionen noemt- niet te kunnen rekenen op een algemeen draagvlak. Hoe dan ook: “L’ histoire se répète…” zei Karl Marx (1). Wel dan zouden we wel eens opnieuw dicht bij het oeroude Keltische Joel-feest kunnen staan. (aka Winterzonnewende)
Jawel meneer, mevrouw. “Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (e)nda thu uuat unbidan uue nu?”(2) Terug naar de (goede Oud(e t))hei(ij)d). Mogelijke lopen we ‘eerlang’ opnieuw ‘Joel’end over de straatstenen ons overgevend aan een soort van Vlaamse Bachanalen waarbij we sociale, morele en ons via religies door de strot geduwde ‘moraliteiten’, vaak afkomstig van de in onze streken nogal talrijk omhooggewaaide ‘zwartrokken’ kunnen onttrekken. Een clubje dat pretendeert kinderen graag te zien (misschien hebben zij wel het woord ‘pedo-fiel’ (vertaald: kinder-vriend)) gecreëerd om hun abject-traumatiserende handelingen die eerder kinder-‘misbruik’ genoemd dienen te worden wat te verdonkeremanen. Er leven er nog steeds ‘in het verborgene’ met een pensioen van non-bisschop vanwege de Belgische Staat in het buitenland! (dank u zeer alstublieft!)
Is dat zo meneer? Dan is dat toch erg hé meneer!
Maar we leven samen met K. Marx op hoop. (Je weet wel, die van de geschiedenis herhaalt zich..) Misschien lopen we met z’n allen opnieuw ‘Joel’-end over de straten bevrijd van de (schijn)heilige moraliteit, opnieuw inge’wijd’ in het niet-gecompromitteerde Heidens-Barbaarse primitieve bestaan van onze verre voorvaderen: Kelten, Germanen en Ambiorix-en die geen ‘zonden’, aflaten, noch 10 geboden en nóg meer van dat fraais kenden die de ‘zwartrokken’ kwistig uit hun brede mouwen hadden geschud.
Amen en uit! Oei! Die religie zit er precies nog dieper in dan ik dacht!
Kandidaat-geïnteresseerden: gelieve jullie (weliswaar voortijdig) in te schrijven!
Wat denkt ge: Zou ik me inschrijven of niet meneer? ‘t Is toch allemaal toch niet zo simpel hé meneer!
Da’s zeker da beste vriend!
Dirk Van Herreweghe
Hoofdredacteur
(1) Het volledige citaat van Karl Marx is: L’ histoire se répète deux fois. La première fois comme tragédie, la seconde comme farce.
(2) Van deze zin werd zeer lang aangenomen dat het de enige (!) en vroegste tekst is die in het Oudnederlands werd geschreven. Hij zou afkomstig zijn van een kopiist uit een klooster in Cambridge (rond 1100).
Recent taalkundig onderzoek beweert dat volgende zin (voorlopig) de oudste is in het Oudnederlands “Mahlto thi afrio litho” (Ik zeg je, ik bevrijd je) te lezen in de Salische wet (6e eeuw)